Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gevormd voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen in deze jaarrekening en de waarde in de aangifte vennootschapsbelasting. Latente belastingposities worden verantwoord tegen nominale waarde. De berekening hiervan is gebaseerd op de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de tijdelijke verschillen. Het gaat hierbij om de belastingtarieven die op balansdatum zijn vastgesteld, dan wel waartoe materieel al op balansdatum is besloten.
Een latente belastingvordering wordt in de balans opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is, dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn. Saldering van latente belastingvorderingen en -verplichtingen vindt uitsluitend plaats, indien sprake is van een formeel recht tot saldering en het voornemen bestaat tot gelijktijdige verrekening van latente belastingposities. De latente belastingverplichting heeft hoofdzakelijk een langlopend karakter.
Het is onduidelijk of de regels van het Pillar Two-model aanvullende tijdelijke verschillen creëren, of het nodig is om uitgestelde belastingen opnieuw te meten voor de regels van het Pillar Two-model en welk belastingtarief moet worden gebruikt om uitgestelde belastingen te meten. De IASB heeft hierom een tijdelijke verplichte vrijstelling toegevoegd aan IAS12. Vanwege deze toevoeging zijn geen latente belastingvorderingen en -verplichtingen met betrekking tot winstbelasting op basis van ‘Pillar Two model rules’ verwerkt noch worden deze toegelicht
De latente belastingverplichting is hoofdzakelijk gevormd vanwege de fiscaal lagere waardering van materiële vaste activa. Waarderingsverschillen zijn ontstaan bij de aanvang van de fiscale belastingplicht (1998), een commerciële herwaardering (2009) en de mogelijkheid tot fiscaal willekeurig afschrijven in het verleden en het jaar 2023. In aanvulling hierop zijn er latente belastingposities gevormd voor de impact van IFRS 16 (leases).
De toename van de latente belastingverplichting van € 47 miljoen ten opzichte van 2022 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat in het jaar 2023 willekeurig is afgeschreven op de investeringen in de netwerken.
De latente belastingverplichting is als volgt opgebouwd:
€ miljoen |
2023 |
2022 |
Latente belastingverplichting materiële vaste activa |
403 |
352 |
Latente belastingverplichting gebruiksrecht activa |
24 |
24 |
Latente belastingvordering leaseverplichtingen |
-24 |
-24 |
Latente belastingvordering i.v.m. verrekenbare verliezen |
-4 |
0 |
Totaal |
399 |
352 |
Verrekenbare verliezen geleden vanaf 2013 zijn wettelijk onbeperkt in de tijd voorwaarts verrekenbaar. De latentie inzake gewaardeerde verrekenbare verliezen heeft betrekking op voorvoegingsverliezen van Mijnwater Warmte Infra B.V. geleden in de jaren 2017 tot en met 2019 (€ 2 miljoen latente belastingvordering). Verder is hierin opgenomen het niet met 2022 verrekende deel van het fiscaal verlies 2023 van de fiscale eenheid Enexis Holding N.V.
Ultimo 2023 zijn er geen ongewaardeerde toekomstige verrekenbare fiscale verliezen