Assurance-rapport bij de duurzaamheidsverklaring

 

Assurance-rapport van de onafhankelijke accountant met beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsverklaring

Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van Enexis Holding N.V.

Onze conclusie

Wij hebben een assurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid uitgevoerd op de geconsolideerde duurzaamheidsverklaring voor 2024 van Enexis Holding N.V. te ’s-Hertogenbosch (hierna: ‘Enexis’ of ‘de onderneming) in zoals opgenomen in bijgaand bestuursverslag inclusief de informatie opgenomen in de duurzaamheidsverklaring door middel van verwijzingen (hierna: de duurzaamheidsverklaring).

Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assurance-informatie is ons niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten veronderstellen dat de duurzaamheidsverklaring niet, in alle van materieel belang zijnde aspecten:

    • is opgesteld in overeenstemming met de Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage (ESRS, European Sustainability Reporting Standards) zoals vastgesteld door de Europese Commissie en in overeenstemming met het door de onderneming uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces om de op grond van de ESRS gerapporteerde informatie vast te stellen; en

    • voldoet aan de verslaggevingsvereisten op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening).

Onze conclusie is gevormd op basis van de aangelegenheden die in dit assurance-rapport zijn uiteengezet.

De basis voor onze conclusie

Wij hebben onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsverklaring verricht volgens het Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3810N, “Assurance-opdrachten inzake duurzaamheidsverslaggeving”.

Onze assurance-opdracht was gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid dat de duurzaamheidsverklaring vrij is van afwijkingen van materieel belang. De werkzaamheden variëren in aard en timing van, en zijn ook geringer in omvang, dan die bij een assurance-opdracht gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. De mate van zekerheid die wordt verkregen bij een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid is daarom ook aanzienlijk lager dan de zekerheid die wordt verkregen bij een assurance-opdracht met een redelijke mate van zekerheid.

Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsverklaring’.

Wij zijn onafhankelijk van Enexis zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Dit houdt onder meer in dat wij geen activiteiten ondernemen die conflicterend kunnen zijn met onze onafhankelijke assurance-opdracht en dat wij niet betrokken zijn bij het opstellen van de duurzaamheidsverklaring, aangezien dit onze onafhankelijkheid kan aantasten. Daarnaast hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.

Benadrukking van aangelegenheden

De duurzaamheidsverklaring is opgesteld in de context van nieuwe standaarden voor duurzaamheidsrapportage, hetgeen entiteitspecifieke interpretaties vereist en het omgaan met inherente meet- of evaluatieonzekerheden. In deze context willen wij de volgende aangelegenheden benadrukken:

Benadrukking van de meest significante onzekerheden die van invloed zijn op de kwantitatieve maatstaven en geldbedragen

Wij vestigen de aandacht op onderdeel ‘Risicobeheersing en interne controles voor de duurzaamheidsverklaring’ van de duurzaamheidsverklaring waarin de kwantitatieve maatstaven en geldbedragen zijn geïdentificeerd die aan een hoge mate van meetonzekerheid onderhevig zijn en informatie wordt gerapporteerd over de bronnen van meetonzekerheid, alsmede de aannames, benaderingen en oordelen die de onderneming bij het meten daarvan heeft gehanteerd in overeenstemming met de ESRS.

De vergelijkbaarheid van duurzaamheidsinformatie tussen entiteiten onderling en in de tijd kan beïnvloed worden door het ontbreken van historische duurzaamheidsinformatie in overeenstemming met de ESRS en door het ontbreken van geüniformeerde praktijken ter beoordeling en meting van deze informatie. Dit biedt de mogelijkheid verscheidene, acceptabele meettechnieken toe te passen, vooral in de eerste jaren.

Benadrukking van het dubbele materialiteitsanalyse proces

Wij vestigen de aandacht op onderdeel ‘Impact- risico- en kansenmanagement’ van de duurzaamheidsverklaring. Hierin worden voorgenomen verbeteringen beschreven en het verankeren van de betrokkenheid van getroffen stakeholders in het doorlopende due-diligence- en dubbele materialiteitsanalyse proces. Due diligence is een doorlopende praktijk die inspeelt op en aanleiding kan geven tot veranderingen in strategie, businessmodel, activiteiten, zakelijke relaties, bedrijfsactiviteiten, inkoop- en verkoopcontext van de onderneming. Het dubbele materialiteitsanalyse proces vereist van de onderneming belangrijke oordeelsvorming en toepassing van drempelwaarden en kan op termijn worden beïnvloed door de nog vast te stellen sectorspecifieke standaarden.

De duurzaamheidsverklaring kan derhalve niet iedere impact, risico en kans of additionele entiteitspecifieke rapportage bevatten die een individuele stakeholder(groep) belangrijk kan achten in diens eigen specifieke inschatting.

Onze conclusie is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheden.

Beperking in de reikwijdte van onze assurance-opdracht

Wanneer de onderneming prospectieve informatie rapporteert in overeenstemming met de ESRS, geeft de raad van bestuur een beschrijving van de onderliggende aannames en methodes voor het produceren van de informatie, alsmede van andere factoren waaruit blijkt dat deze informatie een weergave is van de daadwerkelijke plannen of beslissingen van de onderneming (acties). Prospectieve informatie heeft betrekking op gebeurtenissen en acties die zich nog niet hebben voorgedaan en zich wellicht ook nooit zullen voordoen. De werkelijke uitkomsten zullen naar verwachting afwijken, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht. Wij geven geen zekerheid omtrent de haalbaarheid van prospectieve informatie.

Onze conclusie is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen voor de duurzaamheidsverklaring

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de duurzaamheidsverklaring in overeenstemming met de ESRS, inclusief het door de onderneming uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces als basis voor de duurzaamheidsverklaring en het rapporteren over materiële impacts, risico’s en kansen in overeenstemming met de ESRS. Als onderdeel van het opstellen van de duurzaamheidsverklaring, is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het voldoen aan de verslaggevingsvereisten op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening).

De raad van bestuur is ook verantwoordelijk voor het selecteren en toepassen van additionele entiteitspecifieke rapportage zodat gebruikers inzicht krijgen in de duurzaamheidsimpacts, -risico’s of -kansen van de onderneming en voor het bepalen dat deze additionele entiteitspecifieke rapportage aanvaardbaar is in de gegeven omstandigheden en in overeenstemming met de ESRS.

De raad van bestuur is verder verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van de duurzaamheidsverklaring mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het duurzaamheidsrapportageproces, waaronder het door de onderneming uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces.

Onze verantwoordelijkheden voor de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsverklaring

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor de door ons af te geven conclusie.

Wij passen de van toepassing zijnde voorschriften voor kwaliteitsmanagement toe op grond van de Nadere voorschriften kwaliteitsmanagement (NVKM). Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsmanagement inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving.

Onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid bestond onder andere uit:

  • Het inwinnen van inlichtingen en uitvoeren van een omgevingsanalyse en het verkrijgen van inzicht in de relevante duurzaamheidsthema’s en -kwesties, de kenmerken van de onderneming, de activiteiten en de waardeketen, en de essentiële immateriële middelen, om het door de onderneming uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces te beoordelen als basis voor de duurzaamheidsverklaring en het rapporteren over alle materiële duurzaamheidsimpacts, -risico’s en -kansen in overeenstemming met de ESRS.

  • Het via het inwinnen van inlichtingen op hoofdlijnen inzicht verwerven in de interne beheersingsomgeving, de processen van de onderneming voor het verzamelen en rapporteren van informatie over de entiteit en de waardeketen, de informatiesystemen en het risico-inschattingsproces van de onderneming relevant voor het opstellen van de duurzaamheidsverklaring, alsmede voor het identificeren van de activiteiten van de onderneming, het bepalen van in aanmerking komende en afgestemde economische activiteiten en het opstellen van de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening), zonder het verkrijgen van assurance-informatie over de implementatie van of het toetsen van de effectiviteit van de interne beheersingsmaatregelen.

  • Het beoordelen van het door de onderneming uitgevoerde dubbele materialiteitsanalyse proces en het identificeren van gebieden in de duurzaamheidsverklaring, inclusief de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening), waar het waarschijnlijk is dat misleidende of onevenwichtige informatie of een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude of fouten zich zal voordoen (‘geselecteerde informatie’). Het bepalen en uitvoeren van verdere assurance-werkzaamheden om te beoordelen dat de duurzaamheidsverklaring geen afwijkingen van materieel belang bevat in reactie op deze risico-inschatting.

  • Het overwegen of de beschrijving van het dubbele materialiteitsanalyse proces in de duurzaamheidsverklaring door de raad van bestuur in overeenstemming lijkt te zijn met het door de onderneming uitgevoerde proces.

  • Het bepalen van de aard en omvang van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen en locaties. Bepalend hierbij zijn de aard, omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen.

  • Het uitvoeren van cijferanalyses op kwantitatieve informatie in de duurzaamheidsverklaring, inclusief het overwegen van data en trends.

  • Het beoordelen of de door de onderneming gehanteerde methoden voor het ontwikkelen van schattingen passend zijn en consistent zijn toegepast voor geselecteerde informatie. We hebben data en trends overwogen, echter omvatten onze werkzaamheden niet het toetsen van de gegevens waarop de schattingen zijn gebaseerd of het zelfstandig ontwikkelen van onze eigen schattingen voor het evalueren van de schattingen van de raad van bestuur.

  • Het op basis van beperkte deelwaarnemingen analyseren van relevante interne en externe documentatie die voor de onderneming beschikbaar is (inclusief publiek beschikbare informatie of informatie afkomstig van spelers in de waardeketen) voor geselecteerde informatie.

  • Het lezen van de andere informatie in het jaarverslag om eventuele van materieel belang zijnde inconsistenties met de duurzaamheidsverklaring te identificeren.

  • Het overwegen of de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening) voor elke milieudoelstelling, aansluit op de onderliggende vastleggingen van de onderneming en consistent of samenhangend is met de duurzaamheidsverklaring, redelijk lijkt, in het bijzonder of de in aanmerking komende economische activiteiten voldoen aan de cumulatieve voorwaarden om te kwalificeren als afgestemd en of aan de technische screeningcriteria is voldaan, en of de gerapporteerde kritische prestatie-indicatoren zijn bepaald en berekend in overeenstemming met het Taxonomie referentiekader, en voldoet aan de verslaggevingsvereisten op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening), inclusief het verslagleggingsformaat en de presentatie van de activiteiten.

  • Het overwegen van de algehele presentatie, structuur en fundamentele kwalitatieve kenmerken van informatie (relevantie en getrouwe weergave: volledig, onpartijdig (neutraal) en nauwkeurig) gerapporteerd in de duurzaamheidsverklaring, inclusief de rapportage vereist op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (Taxonomieverordening).

  • Het overwegen op basis van onze werkzaamheden ter verkrijging van een beperkte mate van zekerheid en de evaluatie van de verkregen assurance-informatie of de duurzaamheidsverklaring zonder afwijkingen van materieel belang is opgesteld in overeenstemming met de ESRS.

Communicatie

Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de assurance-opdracht en over de significante bevindingen die uit onze assurance-opdracht naar voren zijn gekomen.

Eindhoven, 5 maart 2025

 

EY Accountants B.V.

 

drs. P.A.E. Dirks RA