Beleid voor klimaatmitigatie en klimaatadaptatie

We hebben beleid opgesteld voor klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. Dit beleid is van toepassing op Enexis Groep als geheel.(ESRS 2 MDR-P 65b) Klimaatmitigatie houdt in dat we eraan werken om de opwarming van de aarde te beperken. En onder klimaatadaptatie verstaan we alle maatregelen om ons beter weerbaar te maken tegen de gevolgen van een veranderend klimaat. Op basis van onze periodieke klimaatrisicoanalyse en metingen van onze CO2-eq-voetafdruk, scherpen we ons beleid aan om de impact, risico’s en kansen van klimaatmitigatie en -adaptatie te beheersen. (ESRS 2 MDR-P 65a).Dit doen we in lijn met klimaatdoelstellingen en risicomitigatiebeleid. 

Onze materiële thema’s op milieugebied richten zich op duurzame bedrijfsvoering en het realiseren van de energietransitie. Binnen deze thema’s zijn klimaatmitigatie, klimaatadaptatie en de uitrol van hernieuwbare energie op het regionale energiesysteem belangrijke onderdelen. Hieronder staan de hoofdpunten van het beleid. (ESRS 2 MDR-P 65a) (ESRS E1-2 par. 24)

Klimaatmitigatie (ESRS E1-2 par. 25a en MDR-P 65a)

Met onze kernactiviteiten maken we de energietransitie mogelijk. We hebben de grootste duurzame impact als we ervoor zorgen dat onze netten verduurzaming door onze klanten mogelijk maken. Dat draagt bij aan een verbetering van de energiemix, lagere broeikasgasemissies (GHG-emissies) en een energieneutraal Nederland in 2050. Maar er is ook een keerzijde. Onze bedrijfsactiviteiten en het gebruik van grondstoffen leiden tot GHG-emissies en daarmee tot een negatieve impact op het klimaat.

De reductie van deze GHG-emissies vraagt om investeringen die de betaalbaarheid en maakbaarheid van de energietransitie onder druk zetten. Dat is een dilemma. Daarom zoeken we de balans tussen enerzijds impact maken door de energietransitie betaalbaar te realiseren, en anderzijds de verantwoordelijkheid nemen voor onze eigen voetafdruk. Om het verminderen van CO2-eq-uitstoot te stimuleren, maken we gebruik van een interne CO2-waardering. Ons beleid is erop gericht om de impact op het milieu zo klein mogelijk te houden en kansen te benutten:

Beleid netverliezen elektriciteit (ESRS 2 MDR-P 65a)

Tijdens transport van elektriciteit ontstaat energieverlies door weerstand en warmte. Naast dit ‘technisch netverlies’ is er ook ‘administratief netverlies’: verlies door diefstal, en administratieve fouten, bijvoorbeeld bij de meting van energieverbruik. Technisch netverlies kunnen we niet voorkomen, maar wel verminderen. Bijvoorbeeld door ons netwerk zo efficiënt mogelijk te gebruiken en te kiezen voor elektriciteitskabels die minder verlies veroorzaken. Wel worden bij de productie van deze kabels meer of andere grondstoffen gebruikt. Ons streven is om het verbruik van grondstoffen te verminderen (zie Materiaalgebruik en circulaire economie). 

De netverliezen elektra maken deel uit van scope 2, indirecte emissies uit onze eigen operaties.(ESRS 2 MDR-P 65b) De afgelopen jaren hebben we het grootste deel van onze emissies in scope 1 en 2 teruggebracht, door ons netverlies elektriciteit 100% groen in te kopen. Om de Nederlandse klimaatdoelen te helpen bereiken, kopen we dat deels in Nederland in. Dat loopt op tot 55% in 2030 en als de Nederlandse klimaatdoelen veranderen, dan volgen we die voor wat betreft het in Nederland groen ingekochte deel van onze netverliezen elektriciteit. (ESRS 2 MDR-P 65d)

Beleid gaslekverliezen (ESRS 2 MDR-P 65a)

Een groot deel van onze voetafdruk bestaat uit methaanemissies als gevolg van gaslekkages (scope 1). Ook die kunnen we verminderen, maar nooit helemaal voorkomen.(ESRS E1-1 par. 16b) (ESRS 2 MDR-P 65b) We hebben de wettelijke taak om gas te distribueren en er zitten nog veel onzekerheden in het voor 2050 aardgasloos maken van het energiesysteem. We committeren ons aan EU-wetgeving, waardoor we vanaf 2025 vaker op zoek gaan naar gaslekkages. Daardoor vinden én repareren we gaslekken eerder en beperken wij onze methaanemissies. Daarnaast is het ons beleid om breuk- en corrosiegevoelige leidingen te vervangen; de afgelopen jaren hebben we dit al gedaan voor asbest en grijs gietijzer. 

Beleid mobiliteit (ESRS 2 MDR-P 65a en b)

Bij leasing kunnen onze medewerkers vanaf begin 2025 alleen nog kiezen voor 100% elektrische personenauto’s. Daarnaast doen we in pilots en een koplopersgroep ervaringen op om te komen tot een ambitieus en haalbaar opschalingsplan voor de verduurzaming van bedrijfsauto’s, bestelbussen en zwaarder materieel.

Beleid voor uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk (ESRS 2 MDR-P 65a en b)

Onze focus ligt op de uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk. We schalen flink op en bouwen infrastructuur bij. Maar er is meer nodig: we moeten de uitvoering versnellen. Dat doen we door samen met netbeheerders, aannemers, opdrachtgevers en (mede)overheden anders te werken. In de Nationale Uitvoeringsagenda1leggen we uit hoe we die versnelling tot 2035-2040 tot stand willen brengen. (ESRS 2 MDR-P par 65d)

Om vergunningstrajecten voor uitbreidingen soepel te laten verlopen en te versnellen, gaan we in een eerder stadium in overleg met gemeenten en omwonenden.

Beleid zwavelhexafluoride (SF6(ESRS E1-2 par. 25c) (ESRS 2 MDR-P 65a en b)

Veel van onze MS-schakelinstallaties bevatten zwavelhexafluoride (SF6). De goede isolatie- en bluseigenschappen van dit gas dragen bij aan een veilige en betrouwbare energievoorziening. Maar soms ontstaan er lekkages als gevolg van een defect, waardoor dit krachtige broeikasgas in de atmosfeer terechtkomt. Daarom plaatsen we vanaf 1 januari 2026 in principe alleen nog maar nieuwe SF6-vrije schakelinstallaties. 

Klimaatadaptatie (ESRS E1-2 par. 25b en MDR-P 65a)

De opwarming van de aarde leidt op langere termijn tot een grotere kans op wateroverlast, ernstige droogte, aanhoudende hitte en hoge windsnelheden. Onze infrastructuur is daartegen goed bestand. Overstromingen kunnen potentieel leiden tot uitval van de elektriciteitsvoorziening aan klanten. Ons beleid voor klimaatadaptatie is erop gericht om dit te voorkomen:

  • Hoogspanningsstations (HS) met een overstromingsrisico bouwen we samen met TenneT op een terreinverhoging, achter eigen dijken en/of zijn voorzien van handmatig aanbrengbare schotten om het water buiten te houden.

  • Middenspanningsstations (MS) en laagspanningskasten (LS) zijn bestand tegen zoet water: ook als ze onder water staan, blijven ze in bedrijf. Bij overstromingen met zout water schakelen we installaties preventief uit. Zout water is een goede geleider, daardoor is de kans op kortsluitingen groot.

  • Landelijk neemt de overheid maatregelen om de kans op grootschalige overstromingen klein te houden. We volgen de maatregelen van de overheid.

Mocht extreem weer toch leiden tot uitval van de energievoorziening, dan hebben we een proces en storingsorganisatie om de leveringszekerheid te herstellen.

Dit beleid is van toepassing op zowel onze eigen operaties als (een deel van) de waardeketen. (ESRS 2 MDR-P 65b)

Energie-efficiëntie (ESRS E1-2 par. 25c) (ESRS 2 MDR-P 65a)

Voor meer energie-efficiëntie streven we naar een zo groot mogelijke duurzaamheid in onze kantoor- en bedrijfshuisvesting. In 2025 herzien we ons huisvestingsbeleid (Locatiebeleid 2030) waarin we beleidsdoelen opnemen voor energiebesparing, CO2-eq-uitstoot en circulariteit. In 2026 formuleren we concrete doelstellingen voor 2030, 2040 en 2050.

We committeren ons aan de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs voor de kantoor- en bedrijfsgebouwen: tegen 2050 een energieverbruik van maximaal 70 kWh/m² voor kantoren en maximaal 100 kWh/m² voor bedrijfsruimtes. In het huidige Locatiebeleid 2030 is de ambitie opgenomen dat per 2030 alle (grotere) kantoor- en bedrijfsgebouwen energielabel A hebben. Op dit moment hebben achttien van de twintig grotere locaties dit energielabel en voldoen er al vier in hun energieverbruik aan de eisen van het Klimaatakkoord.

Hernieuwbare energie (ESRS E1-2 par. 25d) (ESRS 2 MDR-P 65a)

In het energiesysteem van de toekomst zijn naast elektriciteit ook duurzame moleculen nodig, zoals collectieve warmte, groen gas en waterstof. Als netbeheerder hebben we een rol in de distributie van hernieuwbare energie. We stellen visies en roadmaps op om met (innovatieve) projecten duurzame moleculen te faciliteren en stimuleren. Met het beleid op hernieuwbare energie committeren we ons aan de landelijke doelstellingen op het gebied van deze energiedragers. (ESRS 2 MDR-P 65a en 65b)

We sluiten bijvoorbeeld windturbines en zonnepanelen aan op ons net. Daarmee maken we de landelijke doelstelling uit het Klimaatakkoord mede mogelijk, waarin is afgesproken dat in 2030 minimaal 35 terawattuur komt van duurzame energieproductie-installaties op land. (ESRS 2 MDR-P par 65d)  Wij anticiperen op deze landelijke doelstelling en hebben een belangrijke rol in het mede mogelijk maken ervan. (ESRS 2 MDR-P par 65a)

Ons bedrijfsonderdeel Enpuls Warmte Infra (ESRS 2 MDR-P par 65b)  richt zich op de ontwikkeling, de bouw en het beheer van warmtenetten. We hebben de ambitie om, samen met partners, in ons verzorgingsgebied in 2030 een equivalent van 50.000 extra woningen op warmte te realiseren. De landelijke ambitie is een toename van 500.000 woningen. (ESRS 2 MDR-P par 65a)  Dit alles is afhankelijk van de uitwerking van de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw).(ESRS 2 MDR-P par 65d)  Deze wetten moeten de juiste kaders scheppen: een netwerkbedrijf mag volwaardig participeren in een warmtebedrijf, er moet een redelijk rendement te halen zijn en een gemeente kan een warmtebedrijf aanwijzen.

In 2024 werd er in Nederland rond de 250 miljoen m3 groen gas geproduceerd. In 2030 moet dat 2 miljard m3 zijn, zo is in het Klimaatakkoord afgesproken. (ESRS 2 MDR-P par 65d)Wij anticiperen op deze groei door te investeren in onder meer koppelingen en boosters, zodat lokale producenten hun gas kwijt kunnen op ons netwerk. (ESRS 2 MDR-P par 65a) 

De productie van groene waterstof staat nog in de kinderschoenen. We pleiten voor een gereguleerde rol voor waterstofdistributie voor regionale netbeheerders. Voor nu sluiten we aan bij de visie en strategie waterstof, zoals in 2023 overeengekomen met Netbeheer Nederland. (ESRS 2 MDR-P par 65d) Waterstof is in veel sectoren toepasbaar, wij focussen ons in eerste instantie op het aansluiten van industrie en zware mobiliteit. Op dit moment voeren we diverse haalbaarheidsstudies uit. Deze dienen als basis voor verder beleid. (ESRS 2 MDR-P par 65a)