We nemen maatregelen om onze doelen op klimaatgebied te verwezenlijken.(ESRS E1-3 par. 26) Deze maatregelen zijn van toepassing op Enexis Groep als geheel, tenzij anders aangegeven. (ESRS 2 MDR-A 68b)
Om de gestelde doelen voor klimaatmitigatie (ESRS E1-3 par. 26 en ESRS 2 MDR-A par 68a) te halen, treffen we naast de bestaande maatregelen, enkele aanvullende maatregelen: (ESRS E1-3 par. 29) Deze tabel ondervangt de volgende DR’s: ESRS 2 MDR-A par 68a / ESRS 2 MDR-A par 68c / ESRS 2 MDR-A par 68d / ESRS 2 MDR-A par 69a / ESRS 2 MDR-A par 69b (vanaf 2025) / ESRS 2 MDR-A par 69c / ESRS E1-1 par 16b / ESRS E1-1 par 16c / ESRS E1-3 par 28 / ESRS E1-3 par 29a / ESRS E1-3 par 29b / ESRS 1-4 par 34a / ESRS 1-4 par 34b / ESRS 1-4 par 34f
Verwachte CO2 -reductie in 2030 t.o.v. 20243 |
||||||||
Scope1 |
Decarbonisatie- |
Aandeel in voetafdruk scope 1&2 |
Maatregel |
Broeikas-gas |
Absoluut |
Relatief |
CapEx/OpEx 2024 (in mln euro's) |
CapEx/OpEx |
1 |
Lekkages gasnetwerk |
90% |
Frequentie gaslekzoeken verhogen |
CH4 |
17.436 |
16,3% |
€ - |
OpEx: € 7 |
1 |
Lekkages gasnetwerk |
Breukgevoelige leidingen vervangen |
CH4 |
€ - |
CapEx: € 211 |
|||
1 |
Lease- en dienstauto’s |
8% |
Elektrificatie (incl. thuis en kantoorlaadpalen) |
CO2 |
7.817 |
7,3% |
€ - |
OpEx4: € 16 |
CapEx2: € 2 |
||||||||
1 |
SF6 |
0,2% |
Nieuwe schakelinstallaties vanaf 1-1-2026 SF6-vrij |
SF6 |
- |
€ - |
- |
|
Totale reductie scope 1 (directe emissies) |
23,6% |
|||||||
2 |
Lease- en dienstauto’s |
1,3% |
Elektriciteit groen inkopen met Garanties van Oorsprong (GVO's) |
CO2 |
1.427 |
1,3% |
€ - |
OpEx2: € 0 |
Totale reductie scope 2 (indirecte emissies elektriciteit) |
1,3% |
|||||||
Totale reductie scope 1 en 2 |
26.680 |
25% |
CapEx: € 213 |
|||||
OpEx: € 23 |
Bij geen van de maatregelen in de tabel is er sprake van zogenoemde nature-based solutions, oplossingen die door gebruikmaking van de natuur meerdere opgaves aanpakken en tegelijk de natuur verbeteren.
De maatregelen vereisen geen veranderingen in onze producten en diensten en geen nieuwe technologieën in onze organisatie of de upstream en/of downstream waardeketen. (ESRS E1-1 par. 16b)
We hanteren de marktgebaseerde methode om de scope 2-emissiereductiedoelstellingen te bepalen. (ESRS E1-4 par. AR 24)In de uitwerking van deze doelen houden we alleen rekening met het klimaatscenario dat de aarde opwarmt met maximaal 1,5 graad Celsius. (ESRS E1-4 par AR30c)
Omdat het basisjaar 2024 is, kunnen we nog geen behaalde broeikasgasemissiereducties rapporteren, alleen de verwachte reducties per maatregel. (ESRS E1-1 par. 16c en E1-3 par. 29a, 29b)
Deze maatregelen vragen om forse investeringen (zie tabel). We financieren deze investeringen deels uit eigen vermogen en het grootste deel met vreemd vermogen. Hoe we invulling verwachten te geven aan onze toekomstige financieringsbehoefte, lichten we toe in ons financieringsbeleid zoals uiteengezet in onderstaande secties van 'noot 30 Financieringsbeleid en risico's financiële instrumenten' van de geconsolideerde jaarrekening: (ESRS E1-1 par. 16c en ESRS 2 MDR-A 69a en c; E1-3 AR 21)
Algemeen financieringsbeleid
Vreemd vermogen
Liquiditeitsrisico en contractuele looptijdanalyse
Kapitaalbeheer
Concerfinanciering
De significante CapEx en OpEx die nodig zijn, zullen tot uiting komen in de volgende noten van de geconsolideerde jaarrekening (ESRS E1-3 par. 29ci, ESRS E2 MDR-A par 69b)
De EU Taxonomie (zie ook 1.6) definieert welke economische activiteiten duurzaam zijn (taxonomy aligned). De voorgestelde maatregelen vallen hier niet onder. De maatregelen voor lekkages gasnetwerk zijn ook niet taxonomy eligible, dat wil zeggen dat ze niet voldoen aan EU-criteria voor duurzame investeringen. De maatregelen met betrekking tot mobiliteit zijn wel eligible, maar niet aligned, aangezien er onvoldoende informatie beschikbaar is om de technische screeningscriteria te toetsen. (ESRS E1-1 par. 16c en ESRS E1-1 par. 16e en E1-3 par 29cii en iii)We zijn hierbij afhankelijk van leveranciers en blijven hen om informatie vragen, zodat we op termijn de technische screeningscriteria kunnen toetsen.
Hieronder staat een toelichting op de bovengenoemde en overige maatregelen op gebied van klimaatmitigatie.
Maatregelen op het gebied van netverliezen elektriciteit
Door elektrificatie van huishoudens en bedrijven gaan we meer elektriciteit distribueren, waardoor ook het netverlies zal toenemen. We blijven dit verlies beperken door de juiste materialen in te kopen, en we blijven het netverlies groen inkopen, zodat het onze netto voetafdruk niet negatief beïnvloedt. Deze maatregel heeft een continu karakter. (ESRS 2 MDR-A par 68a, 68c)
Maatregelen op het gebied van gaslekverliezen
We willen onze gaslekverliezen verminderen. Voor een reductie van onze uitstoot, maar ook voor de publieke veiligheid en veiligheid van medewerkers. We verhogen vanaf 2025 – in navolging van EU-wetgeving – de frequentie van gaslekzoeken en we vervangen breukgevoelige leidingen. Tot 2030 vervangen we versneld stalen lagedrukgasleidingen. De financiële impact van deze maatregelen staat in de tabel. (ESRS 2 MDR-A par 68a, 68c, 68e, 69)
Maatregelen op het gebied van mobiliteit
In 2025 beperken we het leaseaanbod voor medewerkers tot 100% elektrische personenauto’s. Het elektriciteitsgebruik van lease- en dienstauto’s kopen we vanaf 2025 volledig groen in. De financiële impact van deze maatregel is opgenomen in de tabel. (ESRS 2 MDR-A par 68a, 68c, 68e, 69)
Maatregelen voor uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk
De komende jaren investeren we fors in onderhoud en beheer van de huidige infrastructuur (zie S4 - consumenten en eindgebruikers). We schalen flink op en bouwen zo veel mogelijk infrastructuur bij. Deze maatregel heeft een continu karakter (ESRS 2 MDR-A par 68c) en gaat gepaard met aanzienlijke operationele en kapitaaluitgaven. (ESRS 2 MDR-A par 69)
Maatregelen in het kader van zwavelhexafluoride SF6
Uiterlijk vanaf 1 januari 2026 plaatsen we in principe alleen nog maar SF6-vrije schakelinstallaties. (ESRS 2 MDR-A par 68c) Tenzij bouwkundige beperkingen dit verhinderen. We gaan bestaande SF6-houdende installaties niet versneld vervangen, omdat de CO2-impact gering is, de kosten hoog zijn en we de schaarse personele capaciteit nodig hebben voor het mogelijk maken van de energietransitie. (ESRS 2 MDR-A par 68a, 68c, 68e, 69)
Maatregelen voor klimaatadaptatie, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie
Op het gebied van klimaatadaptatie (ESRS E1-3 par. 26 en ESRS 2 MDR-A par 68a) zijn geen aanvullende maatregelen op het beleid nodig. De kans op een overstroming in ons werkgebied is namelijk klein en de uitval bij recente overstromingen was beperkt. We vinden het restrisico voor nu acceptabel en houden dit in de gaten met onze ROBAM-systematiek (Risk and Opportunity Based Asset Management). Daarbij waarderen we periodiek assets, risico’s en opportunity's en wegen deze onderling af om doelmatig te investeren en onderhouden.
De maatregelen die we nemen op gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, staan in het eerder beschreven beleid. Er zijn geen aanvullende actieplannen.
Maatstaven en doelen voor reductie van broeikasgasemissie
Voor scope 1 en 2 hebben we de volgende doelen vastgesteld: (ESRS E1-4 par 34)
Onze uitstoot van broeikasgassen is in 2030 25% lager dan in 2024;
We zijn emissieneutraal (onze netto voetafdruk is nul):
100% groene inkoop van elektriciteit, waarvan opgewekt in Nederland oplopend tot 55% in 2030. We volgen hierbij de Nederlandse klimaatdoelen.
wat we niet groen kunnen inkopen, te compenseren met investeringen in solide CO₂-eq-reducerende projecten die ook bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van lokale gemeenschappen.
Bovenstaande is gebaseerd op een lineaire reductie vanaf 2024 richting 2050.(ESRS E1-1 par. 16a en ESRS E1-4 par 34e) Uitgaande van een basisjaar van 2024, stellen we een totale reductie voor van 25% tot aan 2030 over scope 1 en 2. Er is geen sectoraal decarbonisatietraject. Bij het stellen van de doelen (inclusief toewijzing van financiële middelen) is rekening gehouden met de verduurzaming die we tot en met 2024 al hebben bereikt, en met een verwachte groei van de organisatie als geheel. Voor deze doelen is geen separate assurance-opdracht verleend. (ESRS E1-4 par 33 en 34e)
Een 2030-doelstelling op de scope-3-emissies (onder meer woon-werkverkeer, kapitaalgoederen (netwerkcomponenten), ingekochte goederen en diensten van leveranciers en verwerking bedrijfsafval) verwachten we in 2025 vast te stellen. (ESRS E1-1 par. 16a) We hebben geen 2050-doel op onze emissies in scope 1 en 2. Het grootste deel van onze resterende voetafdruk in scope 1 en 2 bestaat uit gaslekkages. Die kunnen we verminderen, maar nooit helemaal voorkomen. We hebben nu eenmaal de wettelijke taak om gas te distribueren en er zitten nog veel onzekerheden in het voor 2050 aardgasloos maken van het energiesysteem. Omdat we willen staan voor doelen die we beloven, kiezen we ervoor om onszelf op dit moment geen doel te stellen voor 2050.
Meten van prestaties en effectiviteit van maatregelen
KPI |
Doelstelling 2024 |
Realisatie 2024 |
Doelstelling 2025 |
Doelstelling 2026 |
Jaarlijkse uitvalduur |
≤ 17,5 min |
22,5 min |
≤ 23 min |
≤ 23 min |
CO2-eq-besparing (scope 1&2) |
- |
- |
≥ 9% |
- |
Technisch gerealiseerde netcapaciteit |
≥ 2.000 MVA |
1.920 MVA |
≥ 1.200 MVA |
Jaarlijks ≥ 1.000 MVA |
We meten onze prestaties en effectiviteit om te zien of duurzaamheidsmaatregelen werken, waar verbeteringen nodig zijn, en of we de doelen op tijd kunnen halen. Daarvoor hanteren we KPI’s en maatstaven:
Voor netverliezen elektriciteit hebben we geen doel boven op het beleid dat we al uitvoeren. Netverliezen kopen we groen in en dat blijven we doen. Dit komt tot uiting in de CO2-eq-voetafdruk. Deze bevat de uitstoot van alle broeikasgassen samen.
We meten de effectiviteit van maatregelen tegen gaslekverliezen met de KPI op CO2-eq-besparing,1 die wordt berekend voor Enexis groep als geheel. (ESRS 2 MDR-T par 80a en 80c)(ESRS 2 MDR-M par 75) Deze KPI wordt weergegeven als procentuele afname ten opzichte van de CO2-eq-uitstoot van scope 1 en 2 in het basisjaar 2024. (ESRS 2 MDR-M par 75 en 77a en c; ESRS 2 MDR-T 80a) De voetafdruk van 2023 is ISO-14064 geverifieerd, waarvan de methodiek als uitgangspunt dient voor de voetafdruk van basisjaar 2024.(ESRS 2 MDR-T 80f) Voor 2025 geldt als doel een afname van 9% ten opzichte van basisjaar 2024 (ESRS 2 MDR-T 80d en 80e) We monitoren deze KPI ten opzichte van het target.(ESRS 2 MDR-T 80b) Aangezien 2024 als basisjaar fungeert, kunnen we nog geen voortgang rapporteren. (ESRS 2 MDR-T 80j) Een doelstelling voor 2026 is nog nader te bepalen.
Prestaties op het gebied van mobiliteit komen tot uitdrukking in de KPI op CO2-eq-besparing. (ESRS 2 MDR-T 80a-j)
De voortgang van de uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnetwerk (MDR-T par 80a) meten we met de KPI op technisch gerealiseerde netcapaciteit, die we uitdrukken in megavoltampère (MVA). (ESRS 2 par 75 en 77) Een toelichting op de methodiek, doelstelling en realisatie van de technisch gerealiseerde netcapaciteit, staat in S4 - consumenten en eindgebruikers.
Beleid en maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie (effecten extreme weersomstandigheden) komt, naast andere factoren, tot uiting in de KPI op de Jaarlijkse Uitvalduur (JUD).(ESRS 2 MDR-M par 75) We streven naar een hoge betrouwbaarheid van ons netwerk. De infrastructuur van Enexis is goed bestand tegen een breed scala van extreme weersomstandigheden. Overstromingen kunnen potentieel leiden tot uitval van de elektriciteitsvoorziening aan klanten. Deze uitval komt dan tot uitdrukking in de JUD, die wordt berekend voor Enexis groep als geheel. (ESRS 2 MDR-T par 80a en 80c) Een toelichting op de methodiek, doelstelling en realisatie van de JUD, staat in S4 - consumenten en eindgebruikers.
De maatstaven die we gebruiken om prestaties en effectiviteit te meten voor onze materiële impacts, risico’s en kansen op gebied van hernieuwbare energie, zijn nog in ontwikkeling. Voor duurzame warmte hebben we een ambitie uitgesproken om, samen met partners, in 2030 een equivalent van 50.000 extra woningen op warmte in ons verzorgingsgebied te realiseren. Voor groen gas houden we de getransporteerde volumes van groen gas bij in miljoen kubieke meter (Mm3). In 2024 werd 280 Mm3 groen gas ingevoed in de gasnetten van de netbeheerders. In ons verzorgingsgebied was dat ongeveer 118 Mm3. Voor 2025 hebben we de ambitie om dit te laten toenemen tot 140 Mm3.